50% of the park ervaring is onzichtbaar, Anh Dinh interviewt Marjolijn Boterenbrood
Zone2Source werkt aan een nieuwe kaart van het Amstelpark. Een kaart met bestaande kunstwerken en met de artistieke resultaten en inzichten van kunstenaars die de afgelopen tijd met Zone2Source in het park werkten. Wat is een beter startpunt dan de alternatieve kaart die Marjolijn Boterenbrood een paar jaar terug ontwikkelde? Anh Dinh (Engelstalig, Vietnamees) ging op bezoek bij de kunstenaar.
Helaas was ik er in 2015 en 2016 niet bij toen Marjolijn haar onderzoeksproject Parksporen deed en ruim een jaar lang het flora-fauna ecosysteem in het Amstelpark onderzocht. Haar kunstproject, en met name de prachtige kaart Parksporen die in ons kantoor ligt, [en die hier te downloaden is: Kaart Amstelpark Parksporen (voorkant, pdf)] viel me altijd al op. Ik besloot Marjolijn te bezoeken om wat meer inzicht te krijgen in Parksporen en de andere projecten die ze presenteerde bij Zone2Source.
Olifanten en een matrozenvader
Op een winderige februari-middag bezocht ik het atelier van Marjolijn in een rustige, mooie buurt vlakbij ARTIS. Marjolijn verwelkomt me hartelijk en vertelt trots dat ze vaak vanuit het raam naar olifanten kijkt. Het eerste wat me opviel was het aantal en de variaties van allerlei soorten kaarten en kunstwerken die in haar atelier hangen.
Dat leidde meteen tot een gesprek, want in Parksporen creëerde Marjolijn een alternatieve kaart van twee parken – Amstelpark en Gijsbrecht van Aemstelpark. Samen verbinden de parken ecologisch het Amsterdamse bos met de Amstel in het centrum van de stad. De ondertitel van de kaart – “Deze schatkaart ontvouwt het leven onder het oppervlak van de parken en de verbazingwekkende processen die zich daar afspelen” – suggereert dat het project inzoomt op de microscopische ecosystemen onder de grond. Gevormd door deze ecosystemen, worden de paden niet alleen gedefinieerd als looppaden, maar ook als sporen van de flora en fauna die kan worden ervaren via meerdere sensorische paden: zien, horen, ruiken, aanraken, proeven. De kaart en een bijbehorende blog was het eindresultaat van het werk van Marjolijn.
Natuurlijk kaarten maken
Marjolijn groeide op met zeekaarten door de vele zeereizen die ze met haar vader maakte. Weten waar je bent op zee is van levensbelang om niet op een zandbank of een rots te belanden. ‘Kaarten zijn in zekere zin persoonlijk voor mij. In mijn manier om de wereld te begrijpen, zijn kaarten een navigatiemethode, een communicatief middel en een educatief hulpmiddel. Al deze functies hebben van de kaart met succes een nieuwe lens gemaakt om het Amstelpark te bekijken. De kaart presenteert voornamelijk onzichtbare elementen van de natuur van het Amstelpark: de onder de grond verborgen wezens die 50% van de parkervaring uitmaken. ”
De kaart legt heel minutieus alle kenmerken van het Amstelpark vast, waarbij Marjolijn zelf onderzoek deed en ook water- en bodemwetenschappers en vogelexperts inschakelde. De kaart is interactief, omdat het niet alleen bezoekers de weg wijst, maar ook aanwijzingen geeft over een volledige ervaring van het park en naar verborgen of minder aantrekkelijk leidt. Het instrueert je bijvoorbeeld om naar een specifieke locatie te komen en te zoeken naar een worm onder je voeten of om het geluid van de zee te horen door te luisteren naar het geluid van wind die door bomen ruist. De activiteiten zijn niet alleen gecategoriseerd op zintuigen, maar ook op de maanden van het jaar. Aangezien de natuur van het Amstelpark vijf jaar na het project nauwelijks is veranderd, is de alternatieve kaart nog steeds actueel en kan je nog steeds met de aanwijzingen het Amstelpark ontdekken. De laatste exemplaren van de oorspronkelijke oplage van 700 stuks vonden we onlangs terug. Als Zone2Source open is (vanwege de corona crisis waarschijnlijk weer na 1 juni 2020) kun je een kopie ophalen. Of download de kaart met de link.
Diner van bloemen
Verzamelde zaden op hangende vellen papier, discussies, workshops, tekeningen, diners gemaakt van bloemen en kreeften die in het park worden gevonden en verkenningswandelingen met kinderen, het waren allemaal onderdelen van Marjolijn’s aanpak om contact te maken met het publiek. Het leidde tot de kaart Parksporen (2015) en kunstwerken in de tentoonstellingen Groeiende materie (2015), Air, Water, Soil (2016) en Mapping the Ground, Grounding the Map (2018). Alles samen opende een breder gevoel van natuurbeleving en voegde een extra laag toe aan de visuele verbeelding van het park.
De grond en menselijke interacties
Bij het bespreken van het onderwerp van haar onderzoek – de grond, legde Marjolijn uit dat de humuslaag belangrijk is om de fauna een leefgebied te bieden om CO2 af te breken voor mineralen. Binnen de humus verbindt en verbindt de schimmel zich met de wortels. Hoe rijker de humus is, hoe beter de omgeving klaar is om de gezondheid te herstellen en contact te maken met de bewoners. De bodem vertegenwoordigt daarom de minuscule dynamiek van de omgeving van een stad.
Voetballen boven een ecosysteem
“Kinderen waren uit de eerste hand betrokken bij de activiteiten, verzamelden insecten en hielden hun sporen op papier bij om een nieuwe kaart te maken. Kinderen staan erg open voor nieuwe benaderingen van kunst en natuur. Ze zagen mijn kunstwerken en presentatie als natuurlijk, terwijl volwassenen ze abstract en moeilijk te accepteren zouden vinden. Het suggereerde dat kinderen een breder scala aan verbeeldingskracht en aanvaardbaarheid tonen, terwijl volwassenen de natuur en kunst min of meer erkennen vanuit een ingelijst en vooropgezet perspectief. ”
Deze kloof in perceptie laat zien dat de projecten van Marjolijn nuttig zijn bij het onderwijzen van kinderen over de natuur en het aanzetten van volwassenen om hun vooroordeel over de omringende wereld in twijfel te trekken. “Tegenwoordig hebben kinderen een slapende relatie met de natuur. Ze spelen hockey of voetbal op het gras zonder te weten dat er een rijk ecosysteem onder hen speelt. In tegenstelling tot grote dieren zoals olifanten en leeuwen, zijn de platforms voor de microscopische wezens beperkt, hoewel ze allemaal even belangrijk zijn bij het balanceren van het ecosysteem en de voedselketen. De onwetendheid van de microscoopomgeving leidt ook tot een gebrek aan bewustzijn van de afnemende microscopisch kleine populatie, die Marjolijn met haar projecten hoopt om te gooien. ”
Een meer intieme relatie met het park
In het kader van Zone2Source’s nieuwste programma Tuinbazen, georganiseerd door Irene Fortuyn en Ketter & Co., dragen Marjolijns inzichten over haar project bij aan de draad van parkbeheer en natuurbehoud. Moeten we een meer intieme relatie met het park opbouwen door dieper in de natuur te kijken, inclusief de onzichtbare levens? Hoe werkt de multi-sensoriële ervaring in onze perceptie en waardering van een ideaal park? Met dat gezegd, komt parkmanagement niet langer neer op het alleen verzorgen van de fysieke uitstraling van het park, maar ook het begrijpen en verbinden met het park in verschillende ecologische dimensies en zintuiglijke niveaus.
Mensen versus landschap
Het volgende plan van Marjolijn is om te onderzoeken en in kaart te brengen hoe mensen omgaan met de natuur in andere delen van de wereld om het idee om te zetten dat de mens het landschap bezit in het landschap de mens bezit. In 2021 neemt ze deel als artist in residence in Vlieland waar ze golven, getijden en windbewegingen zou gebruiken om tekeningen te maken. Het project correleert op interessante wijze met de naam van het eiland, waarbij ‘Vlie’ zich vertaalt in ‘huidig’. Anders dan dat, denkt ze eraan om Parksporen over te dragen naar andere parken in Amsterdam of zelfs in het buitenland, waar exotische klimaten en culturen resulteren in ecosystemen en standpunten die veel anders zijn dan Nederland.
Marjolijn waardeert het één jaar durende project bij Zone2Source met de voldoening en rijkdom die ze heeft opgedaan. Marjolijn beëindigde ons gesprek en hoopte dat het project niet alleen toen, maar ook nu nieuwe nuances aan de parkbeleving toevoegde.
Lees hier meer over Marjolijn Boterenbrood’s Artist Blog over haar project.
Anh Dinh doet momenteel haar MA Kunst en Cultuur aan de UvA. Ze is een internationale student uit Vietnam en stagiair bij Zone2Source (2019-2020).
In de NRC van vrijdag 15 juni 2016 stond een mooi artikel van journalist Kester Freriks over het project Sporen van Marjolijn Boterenbrood. Lees het artikel hier.
Welkom op zondag 17 april 2016 bij Zone2source, Glazen Huis, Amstelpark Amsterdam
Met het kunstproject Park Sporen ging Marjolijn Boterenbrood een jaar lang ondergronds in het Amstelpark en het Gijsbrecht van Aemstelpark. Het resultaat is een kaart die het leven ontvouwt onder het oppervlak van deze parken.
15.00 uur wandeling met M. Boterenbrood. inschrijving: info@zone2source.net verzamelen bij het Glazen Huis, Amstelpark 4 1083 HZ Amsterdam
17.00 uur presentatie Park Sporen kaart met een gesprek met Dr. Erik A. de Jong, Artis-hoogleraar Cultuur, Landschap en Natuur UvA, in het Glazen Huis.
Dit project is mede tot stand gekomen dankzij bijdragen van de Gemeente Amsterdam Stadsdeel Zuid, Stichting Stokroos, Initiativo Social Network en Zone2source.
Algen leveren elektriciteit als ze aan licht worden blootgesteld en bepaalde cellen geactiveerd worden. Dan kan je elektriciteit oogsten. Oa in Wageningen expirimenteren ze ermee. Vooralsnog is het te duur, maar alg is klein, goedkoop en ruim voorhanden. Er worden nu al proeven gedaan met gebouwen. Die worden met buizen bekleed met algen om stroom te leveren, zonlicht of -warmte wordt daarbij in energie omgezet. Ivan Henriques maakte in het Glazen Huis een drijvende Symbiotic machine, een soort drijvende robot die voortbewoog op energie uit algen.
Zoals ik hier de kruip-, worm-, wriemel-, slijm- en zwem-diertjes probeer te beschrijven categoriseert een oude Chinese encyclopedie* dieren als volgt :
* uit ‘El idioma analítico de John Wilkins’ van Jorge Luis Borges
Na de waterwandeling en de waterzooi-lunch gaven we restjes terug aan het water. Restanten van de maaltijd serveren we op rijstvellen aan de kreeften, watervlooien, posthoorn-slakken, algen en kiezelwieren waar ze net als waterlelies drijven alvorens onder het wateroppervlak te verdwijnen.
De deelnemers aan deze lunch in de Orangerie dragen elk hun expertise bij. Net als de ingrediënten voor de waterzooi, verschillen die van karakter. In hun samenhang dragen ze bij aan de bewustwording van de gelaagdheid van het park en aan de beleving van het park als geheel.
Waterzooi recept:
Vang een vis en/of paling uit de Amstel (of koop de vis). Maak bouillon van de graten en kop van de vis. Knolselderij en aardappel schillen en snijden. Prei en peen snijden. Alles in de bouillon met citroensap koken, op het laatst de vis erbij.
Na de waterzooi-wandeling praten we door in de Orangerie in het Amstelpark. We eten de kreeftjes in de park-waters leven, in aspic. De kreeften worden in aspic gegoten zodat ze als het ware in hun biotoop worden opgediend.
Recept van kok Tamara: probeer wat kreeftjes te vangen. Kook ze. Maak wat visbouillon door graten en kruiden te koken, 20 minuten. Af laten koelen, in koud water geweekte gelatine erbij doen, opwarmen en met de kreeftjes in de vorm storten. Er is een groei-explosie van (Amerikaanse) zoetwaterkreeften in Nederland. Veel natuurbeschermers willen deze exoten bestrijden. Je kan ze (met een visvergunning) vangen met een hengel (of met een fuik maar dat mag officieel niet). Je doet in plaats van een haak een wasknijper met een stukje worst aan de lijn. De kreeft pakt de worst en dan kan je de kreeft vangen.
Ik vond veel schildjes en krabbescharen aan de oevers van de vijvers. Van zoetwater-kreeften bleek. Bezoekers van het park vertelden me dat ze de kreeften tegen kwamen. Ze gaan dan in de aanvalshouding met de scharen naar voren.
In het schemer komen ze uit het water, op dat moment lopen ze de kans gepakt te worden door meeuwen en reigers. Het zijn exoten, meegekomen aan de huid van schepen. Ze doen het hier goed, te goed volgens velen. Onderstaande en omslag-foto: fotoanna’10
Na de wereld-onder-water wandeling met de aqua-bioloog Gertie Arts, praten we met haar door met de gasten, kunstenaars en ontwerpers* in de Oranjerie. We houden de waardevolle en karakteristieke elementen van het park tegen het licht met uiteenlopende perspectieven. Soms kijken we onder water, zoals een vis, vanaf het water, als een zwemvogel of in een boot of van bovenaf, in vogelvluchtperspectief. Een van de opmerkingen is als je de Amstel betrekt bij het park de verbinding met de stad duidelijker wordt. Het water als verbinding.
De kracht van groen en blauw
Zowel het groen als het water verkoelen de temperatuur in de stad. Tot wel meer dan 5 graden. Het park absorbeert water als een spons en geeft het langzaam weer af. Ook de waterplanten en algen geven zuurstof. Planten kunnen het water helder maken en voedsel leveren. Gertie Arts laat ook de betekenis van schoon zoet water zien. Schoon en zoet water is steeds schaarser aan het worden op aarde en het leven is er wel van afhankelijk.
*Charlotte Buys, Egied Simons, Francois Lombarts, Hester Annema, Mathilde van Beekhuizen
Watervlooien en pantoffeldiertjes zijn de prooi van deze openstaande bek van blaasjeskruid. Het blaasjeskruid zuigt ze naar binnen en klapt dicht. Het zijn een soort vangblaasjes, daarmee vangen ze de kleine kreeftachtigen en waterinsecten. In de vangblaasjes is een vacuüm en als iets de haartjes op het blaasje aanraakt springt deze open en zuigt het omringende water met het insect naar binnen. De foto van Igor Siwanowicz is winnaar van de microscopisten-fotowedstrijd van Olympus twee jaar geleden. (bron NRC)
deze foto van blaasjeskruid van Freek Mayenburg.
Hoe mooi is dit wonderlijke plankton. Kiezelwieren zijn net als algen, alleen kleiner, hoofdvoedsel voor allerlei kleine planktoneters, zoals roeipootkreeftjes en vislarven, die op hun beurt weer op het menu staan van grotere vissen. Zo staan de kiezelwieren aan de basis van het voedselweb in zee. Kiezelwieren leven in het water en op de zeebodem. Ze worden tot een paar tienden van een millimeter groot. Ze zetten heel veel zonne-energie om. (uit: ecomare) Kiezelwierenfot0 NRC
Los van al die beestjes die je met t blote oog kan zien zie ik door de microscoop nog meer van wat er in het water leeft. Algen, fytoplankton, fascinerend, ze zwemmen zo voorbij. Ze leveren zuurstof door fotosynthese. Er wordt geschat dat algen meer dan 50% procent van de zuurstof produceren die voor mensen en andere landdieren ter beschikking staat. De verschillende soorten algen spelen een belangrijke rol in de aquatische ecologie, zij zijn de voedselbasis voor de water-voedselketens. De onderste heet Navicula transitans var. derasa f. delicatula Heimdal, bleek later
.
Onder ieder blad in het parkwater zit wel een slak. Al algen etend zorgen ze voor helder water.
Het voedsel van waterslakken bestaat uit rottende plantenresten en algen. Voor de vorming van hun huisje heeft de slak een hoge waterhardheid en een goede zuurgraad, nodig. Slakken zijn tweeslachtig maar kunnen niet zichzelf bevruchten, daar is een soortgenoot voor nodig. Na de paring, worden de eitjes afgezet in kleine pakketjes tegen waterplanten of aan de onderkant van drijvende bladeren. De pakketjes zijn doorzichtig en gelei-achtig en meestal plat van vorm.
Waterslakken en andere schelpdieren zijn kwetsbaar als het gaat om de aanwezigheid van metalen, zoals bijvoorbeeld koper, in het vijverwater. Zij zijn de eerste soort bewoners die daaraan en aan andere soorten van vergiftiging zullen sterven en in die zin een nuttige indicator voor de gezondheid van een poel.
Water als filosofisch onderwerp. Rene ten Bosch schreef een boek: Water. Over water als verbinding, over vloeien en stromen, samenbrengen en weglopen.We kunnen niet zonder, het is de basis van alles. Het is heel fysiek, je kan het horen, voelen, ruiken en proeven maar toch niet vastgrijpen. We hebben er elke dag mee te maken; in je glaasje water, de mist, de regen.
Over water maken we ons zorgen; iedereen gooit z’n troep erin, er ontstaat een oersoep, we plunderen de zeeën, de zeespiegel rijst, in veel landen is de hoeveelheid zoet water is niet genoeg, er ontstaan oorlogen om.
Aan de oever van de Amstel vinden we een paar mosselschelpen en vissen we een paar mossels uit t water. We eten ze, ze smaken zeldzaam modderig, heel vies, oneetbaar. Eigenlijk logisch: ze maken ze het water helderder en schoner doordat ze slib uit het water filteren (dat proefden we dus). In de 10 jaar dat hij leeft zuivert hij ruim 130.000 liter water.
Met Gertie Arts, aquatisch ecoloog, keken we in het water. Ze vertelt over de onderlinge samenhang, het voedselweb onder water. Planten nemen voedingsstoffen op uit het water en de bodem. Hierdoor zijn er minder voedingsstoffen over voor algen om te groeien. Planten dragen zo bij aan helder water. Planten zetten zonlicht om in suikers om te groeien en produceren daarbij zuurstof. Dat zuurstof is nodig voor waterdieren om van te leven. Sommige waterdieren leven van dit zuurstof in het water. Andere waterdieren moeten om de zoveel tijd naar het wateroppervlak om zuurstof te “happen”. Planten vormen een “huis” voor algen en dieren, doordat algen en dieren aan de planten kunnen hechten of ze kunnen gebruiken om uit een cocon te kruipen of als schuilplaats voor roofdieren.
In de lente komen de sapstromen in bomen weer op gang. Bij berken kan je dat sap aftappen. Het is een beetje zoet. Mijn Russische vriend Llonja schrijft er een heilzame werking aan toe, zuiverend.
Uit de volkskrant 24 november: Een bewerkte stof uit berkenbast kan als basis dienen voor nieuwe kankermedicijnen. De stof, betulinezuur, schaadt vooral kankercellen en heeft, in tegenstelling tot chemotherapie, weinig invloed op gezonde cellen. Dat stelt onderzoeker Lisette Potze in haar proefschrift waarop ze deze week promoveert aan het AMC. Betuline voorkomt dat muizen en insecten aan de bomen knagen.
4/12/15
Heerlijk ruikende, vette, donkere aarde. Een van de verbazingwekkende dingen van compost maken is dat je een jaar lang afval op een hoop gooit, de organismen een extra jaar de tijd geeft voor hun omzettingsproces. Mooie vette compost is het resultaat. Het moment dat je dat kan gaan uitrijden is een van mijn beste dagen van het jaar. In de natuur is geen afval.
De kunstenaar Arne Hendriks keek in de Londense riolen. Daar leven grote hoeveelheden wormen in de vetbergen.
Van alle transformaties in het park is het werk van de bijen ook van belang. De nectar wordt verzameld door de ene groep bijen, ze geven dat wat ze in de mond hebben over aan een andere groep bijen, die zetten de nectar om in honing.
Laag honing in de ‘Transformator’ in de tentoonstelling.
Park-honing, te koop in t Amstelpark-restaurant.
In een poging het belang van bijen in geld uit te drukken zegt Karel Smouter in de Correspondent van vorige week dit: ‘De bij is maar een klein diertje. Met zijn collega’s de hommel en het zweefvliegje staan ze als natuurlijke bestuivers in voor de helft van de fruitproductie en bijna een kwart van de groenteproductie in Nederland. Hun dienstverlening levert ons land dan ook jaarlijks zeker 700 miljoen euro op. Op wereldschaal zo’n 1.000 miljard euro.’
Het leven onder de grond levert electronen. Er worden nu een testen gedaan om de energie ook te kunnen ‘oogsten’. Het werkt als volgt: In een stuk grasland hebben ze allemaal buizen ingegraven, tussen de wortels van het gras. Het gras scheidt organisch materiaal uit via die wortels. In de buizen zitten bacteriën die het organisch materiaal opeten. Daarbij komen elektronen vrij, die worden opgevangen en zo wordt elektriciteit geproduceerd. uit: http://npowetenschap.nl/site/artikel/De-nieuwste-groene-stroom-komt-uit-gras/7704
– See more at: http://npowetenschap.nl/site/artikel/De-nieuwste-groene-stroom-komt-uit-gras/7704#sthash.7KfqtQH7.dpuf
De schimmels welen tierig in de tentoonstelling Growing Matter in het Glazen Huis. In de ‘Transformator’ laat ik iets zien van het onderzoek van dit jaar naar het niet-direct-zichtbare park, in laagjes. In deze installatie zie je ingrediënten van het proces, aarde, veen, honing, de huid, de mineralen. Wat speelt zich af onder onze voeten in de grond en onder het wateroppervlak, welke sporen, welk netwerk vormt mycelium en de wortels van de bomen?
Leanne Wijnsma destilleert parfum van aarde. De geur van een aftreksel van de grond die ze opgraaft versterkt ze zo. Het ruikt heerlijk aards. Zoals Proust beschreef in À la recherche du temps perdu triggert geur herinneringen. Geur is een heel primair instinct, geur kan zonder dat we het bewust zijn, emoties en beslissingen beïnvloeden. Het stimuleert primordiale gebieden in de hersenen die basis-drijfveren bepalen.
Wormen hebben een stofje waardoor ze plantenmateriaal makkelijker te verteren maakt. Anti-vraat tactieken van planten krijgen geen vat op de worm, hoofdrolspeler in het verteren van bladafval op deze planeet. Stel je een wereld voor zonder wormen. De aarde zou binnen de kortste keren bedekt zijn onder een dikke laag bladeren. Wormen composteren bladafval en brengen hierdoor koolstof uit planten weer terug in het ecosysteem. Charles Darwin noemde de worm niet voor niets: de natuurlijke ploeg.
Brits onderzoek laat zien hoe wormen dat klaarspelen: http://www.npowetenschap.nl/nieuws/artikelen/2015/Augustus/Hoe-je-de-verdediging-van-wormen-doorbreekt.html
Toekomstige bodemdeskundigen, wegenbouwers en kaartenmakers gingen met Mathilde van Beekhuizen op onderzoek door het Amstelpark. Langs de slingerpaadjes, treinsporen, olifantenpaadjes en achteraf weggetjes, om te kijken hoe dieren ook hun eigen weggetjes maken, holletjes en gangen onder de grond, terwijl plantenwortels hele vertakte stelsels maken. Op grote vellen papier de tekenden ze wortels en diertjes alsof het de nieuwe paden van het park zijn. Zo kun je uiteindelijk de wortel gaan ‘wandelen’ of de weg lopen die een duizendpoot gaat. De andere infrastructuur van een park.
Ik vroeg me af wat die bolletjes zijn aan sommige plantenwortels. Het blijkt een bacterie te zijn die zich in de wortel wurmt. Die bindt stikstof uit de lucht en geeft dat aan de plant, de plant geeft suikers af.
Onderzoekers aan de WUR schrijven dit: De samenwerking tussen sommige plantwortels en een bacterie begint ermee dat rhizobium de plantenwortel binnenkomt. Dat doet hij op een spectaculaire manier. Een wortel heeft haartjes, de zogenaamde wortelharen. De bacterie gaat op zo’n haar zitten en zendt een signaalstof uit die de groeirichting van de wortelhaar verandert. De haar groeit dan in een krul helemaal om de bacterie heen, zodat de bacterie in een afgesloten kamertje terecht komt. Nu wordt de celwand van de wortelhaar afgebroken. Het celmembraan beweegt naar binnen en vormt een soort draadachtige structuur, een infectiedraad. Daar zitten de bacteriën in. Op een gegeven moment stopt de infectiedraad met groeien en de bacteriën worden van de draad afgesnoerd. Ze komen dan in een knolletje terecht, in een centraal gebied met allemaal plantencellen die helemaal gevuld zijn met bacteriën. De bacteriën, die door de plant worden gevoed, binden stikstof uit de lucht en geven dat af aan de plant. Omdat zowel plant als bacterie voordeel heeft, is deze samenwerking een symbiose.
Hier een mooie illustratie van wat het schimmels, bacterien en de bodembeestjes voor ons doen: het zorgt ervoor dat planten veel mineralen kunnen opnemen. Ze kunnen niet tegen kunstmest, dan werken ze veel minder goed of gaan dood. In dat geval kunnen planten alleen de kunstmatig toegevoegde mineralen opnemen. En dat is veel minder rijk.
Mycor-rhiza betekent schimmel-wortel en is de naam voor het samenlevingsverband van planten met bepaalde bodemschimmels.
De succesvolle invasie van land door de groene planten 400 miljoen jaar geleden, is naar alle waarschijnlijkheid te danken aan de intieme relatie die ze met schimmels ontwikkelden tot wederzijds voordeel. De eerste landplanten kenden weliswaar fotosynthese, maar hadden nog geen geavanceerd wortelsysteem ontwikkeld om zich van water en minerale voedingsstoffen te voorzien. De schimmels waren perfect aangepast aan het exploreren van de boden om water en mineralen te vinden. Uit: http://www.coriza.nl/mycorrhiza/
Met en zonder mycorrhiza:
Op m’n ‘bodemwandeling’ van zondag vonden we een klein brokje grond met een micro-vlechtwerk van wortels en schimmels. Ik stak het bij me om het thuis te scannen maar tegen die tijd had de schimmel gewonnen en zag je geen verschil meer tussen de wortels, de grond en de schimmel. De samenleving tussen schimmels en wortels heet mycorrhiza. De een krijgt suikers van de ander en omgekeerd leveren de schimmels mineralen aan de wortels.
7 rijen breed staan de platanen tussen het Gijsbrecht van Aemstelpark en het Amstelpark.Hier en daar staan er 8 rijen dik. Met eekhoornbrug.
En kijk ook deze link: http://www.washingtonpost.com/news/energy-environment/wp/2015/07/09/scientists-have-discovered-that-living-near-trees-is-good-for-your-health/
Uitnodiging:
Kom kijken naar wat er verborgen onder je voeten leeft, in de grond en in het water.
20 september, 12 uur Ontmoetingseiland Gijsbrecht van Aemstelpark
Het is het jaar van de bodem. Het bodemleven bevat 40% van onze biodiversiteit: denk aan een boom waarbij een even groot deel onder de grond bestaat.
We gaan op stap met riek, schep, schepnet en loeps. Om te kijken naar wurmen, pissebedden, springstaartjes en ander ‘gespuis’. Daarbij vertelt Marjolijn Boterenbrood over de betekenis hiervan voor de grond voor onze zuurstof, de CO2 en de betekenis daarvan voor parken in de stad.
In de Volkskrant van 2 juli staat: grote steden houden veel meer hitte vast dan landelijke gebieden. In de stad wordt het veel warmer dan in groengebieden. Een bitumen dak of asfaltbestrating kan door de zon wel 80 graden C worden, een begroeid dak of ander groen in de stad worden vrijwel nooit warmer dan 35 graden C. Een heel groene stad kan wel 5 graden koeler zijn dan een stad zonder bomen. Het verkoelende effect van parken neemt af naarmate ze verder uit elkaar liggen, staat er ook.
Aangezien we meer van dit soort hittegolven mogen verwachten zijn dit belangrijke gegevens. Bij TNO en in Wageningen doen ze er onderzoek naar. In China betrokken ze deze studies al bij plannen voor nieuwe steden.
Wonderlijk, dit jaar is uitgeroepen tot het jaar van de bodem door de VN, en tegelijkertijd roepen ze 2015 uit tot het jaar van het licht. Misschien hoort het ook wel bij elkaar als je aan fotosynthese denkt en de manier waarop de bodem CO2 opneemt.
van ir Fransjan de Waard en uit het jaar van de bodem:
Organische stof houdt mineralen vast èn beschikbaar voor planten, laat de bodem vocht opnemen èn vasthouden, en voedt èn verrijkt het bodemleven – dat op zijn beurt plantenwortels helpt functioneren, gangen maakt die de bodem laat ademen, voedingsstoffen verdeelt en ziekteverwekkers tijdig aanpakt. The works. Organische stof is ook niet zozeer iets dat ergens verkrijgbaar is – je moet het vooral ter plekke koesteren, stimuleren en zelfs produceren. Dat mag voor sommigen geweldig abstract, en ook onnozel klinken; softe boel, alsof het niet met ware productie te maken zou hebben. Maar dat is het oude bodemverhaal. Het nieuwe lonkt. En kan in de praktijk voor ‘aardige’ verrassingen zorgen.
De bodem maximaal bedekt houden. Niet ploegen. Of veel minder, en minder diep ploegen. Minder zware machines op het land. Vlinderbloemigen in weiland en bouwplan. Bespaart stikstofbemesting. Compost maken en gericht toepassen. Koolstrofrijk materiaal de bodem in. Mogelijk van eigen bodem. Zoals stromest. Geen onverteerde drijfmest. Leren de bodem te observeren. Meer diversiteit, overal. Ruim baan voor alle bodemleven. Maakt aanwezig fosfaat beschikbaar. En plant en dier ziektebestendig. Gerichte begrazing voor netto bodemopbouw. Meer humus in de bodem. Is minder CO2 in de atmosfeer. Is minder druk op het klimaat. Van die dingen.
Op een paar moerassige plekken in het park ontstaat veen. Het stinkt lekker. Het proces is anders dan in een humus bodem, er is geen of veel minder zuurstof. Bacteriën doen hier het werk. De Amstel is een veenrivier, het water sijpelde uit de veengebieden.
Wikipedia: Normaal gesproken wordt dood plantenmateriaal snel afgebroken door de aanwezigheid van zuurstof en de werking van bacteriën. Bij de afwezigheid van zuurstof treedt echter anaerobe afbraak op, waarbij methaan ontstaat. In natte en vochtige omstandigheden gaat de afbraak langzamer dan de ophoping, waardoor veenvorming optreedt.
Mijn parkgenoot versnelt het composteringsproces. Binnen 20 minuten had hij mn verrimpelde appeltje gevonden. De appel die ik had neergelegd om het verval te volgen. Ook van ons parkdiner-teruggaaf-aan-het-park-deel, peuzelde hij lekker mee. De restanten van de grote zaden: de hazel- en de okker-noten vond ik de volgende morgen.
De ‘huid’ van het park als park-plattegrond. Oppervlakte-samples genomen, steeds 50 meter van elkaar.
En deze onderwerpen kwamen ter sprake:
Organische groei en verbinding
Naar aanleiding van de Floriade van 1972, het ontstaan van het Amstelpark, vertelt Charlotte Buys over het voorstel van de gemeente Amsterdam voor de Floriade van 2022 in Zuidoost. Het voorstel draait om voedselproductie op eilandjes tussen de bebouwing, bottom up. Vanuit de verbinding van die verschillende plekken ontstaat uiteindelijk het terrein voor de Floriade. Organisch gegroeid.
Naar analogie daarvan kun je de Amsterdamse parken, elk met hun eigen identiteit, langzamerhand met elkaar laten vergroeien of als een schimmel laten uitbreiden. Je kunt de losse stukken groen ook door middel van fietspaden met elkaar verbinden.
De tuinman 2.0
In de keten van ontwerper tot bewoner vormt de tuinman de verbindende schakel tussen ontwerp en gebruik. De tuinman is nu verworden tot iemand van wie we denken dat hij voor straf moet schoffelen. Tijdens het gesprek was er discussie over de rol van bewoners, bepalen die vaker hoe een park eruit ziet? Buurtparticipatie is van belang maar de bewoner is geen ontwerper en de tuinarchitect geen tuinman.
Het parkgesprek werd gevoerd met Cees de Boer, Charlotte Buys, Susanne Edam, Ursula Engel, Irene Fortuyn, Erik de Jong, Theun Karelse, Joke Robaard, Paul Roncken, Zeger Ryers, Alice Smits en Mathilde van Beekhuizen.
Een hek om het park
Een van de onderwerpen die ter sprake kwam: het Amstelpark is onderdeel van een grootschalige groenstructuur, van Utrecht tot aan de zee, maar vormt op zichzelf een omheinde tuin, een hortus conclusus. Het Gijsbrecht van Aemstel, daarentegen, is helemaal open. Hoe ervaren je een hek of omheining? Word je geïntrigeerd door wat er zich achter dat hek bevindt? Bestaat er een spanningsveld tussen het belang van een doorlopende ecologische structuur en hekken die de beleving van die natuur door de mens ter plekke tegenhouden? Geeft een hek juist een gevoel van waarde en bescherming, maakt het nieuwsgierig naar wat er achter ligt of zich daarbinnen bevindt. Vissen en vogels trekken zich niets aan van hekken.
Na een wandeling door het ‘verborgen’ park een gesprek over betekenissen van parken voor de stad. In het Rietveldhuis. Terwijl we eten uit het park, uit de grond* en drinken uit aarden kommetjes. Ideeën en gedachten als verborgen aspecten van een park. Wat er uit het gesprek komt is ‘grond-stof’ voor mijn verborgen park-kaart.
*Grondrecept: Aardappels gepoft in aarde. Wikkel de aardappels in een laag klei. Graaf met een grote schop een stevig gat in de grond en leg daarin stenen om de hitte vast te houden. s’Ochtends begon ik daar al een vuur in te stoken. Leg er ook een paar stenen bovenop. s’Middags gaan de ingepakte aardappels in de hete as. De kuil dichten en 2 uur later pakten we de mooi gepofte piepers uit hun gebakken aarden huls. De kuiloven is een van de oudste, een meest wijd verbreide kookmethoden die er bestaat. Iedereen heeft hem wel eens uitgevonden, van de Maori’s tot de Maya’s tot de Marokkanen.
Tot slot geven we de resten, de wormen, zaden en de funghi terug aan het park. Heerlijke humus voor toekomstige moerbeibomen en klaprozen.
Via een netwerk van schimmels communiceren planten als waarschuwing tegen bijvoorbeeld luizen. Planten die Mycorrhiza verbindingen met elkaar hadden, hebben een afstotelijke werking op luizen en een aantrekkende kracht op sluipwespen, dit is een indicatie dat de planten de schimmel gebruikte voor het versturen van waarschuwingen. Hier een mooi verhaal daarover:
http://www.wietblog.com/30-12-2014-plantenpraatjes-hoe-planten-communiceren/
Als een van m’n broers weer eens een hap aarde in hun mond propten zei mijn moeder (uit 1923) altijd dat t goed was voor je weerstand om wat grond binnen te krijgen. Uit overlevering, van moeder op moeder?
Er mensen die vaker aarde eten. Het heet geofagie. Daar wilde ik meer van weten. Uit http://www.scientias.nl/aarde-eten-is-zo-gek-nog-niet/:
Geofagie, oftewel het eten van aarde blijkt niet zo raar te zijn als gedacht. Het gebeurt wereldwijd: mensen die aarde eten. Maar het komt het vaakst voor in warme landen, onder kinderen en zwangere vrouwen. Het is niet iets waar de mensen met geofagie trots op zijn. Sterker nog: het is een taboe. Want aarde eten, is toch een beetje raar. Maar nieuw onderzoek toont aan dat het minder raar is dan gedacht. Wat vele geneeskundigen altijd al vermoedden, is nu ook wetenschappelijk bewezen: aarde kan de maag kalmeren en het menselijk lichaam beschermen tegen allerlei bacteriën en virussen. “Deze klei bindt zich aan allerlei schadelijke factoren, zoals microben, ziekteverwekkers en virussen,” legt onderzoeker Sera Young uit. “Het is een soort moddermasker voor onze maag.”
Hier staat nog meer over gebruiken in verschillende delen van de wereld: http://www.theoptimist.nl/een-hapje-aarde/
Met Gertie Arts, aquatisch bioloog trokken we gister door het Gijsbrecht van Aemstelpark en het Amstelpark. Op zoek naar wat er onder het wateroppervlak leeft. Planten bepalen voor een groot deel de waterkwaliteit, hoe meer soorten planten in het water, hoe meer zuurstof. Op het afbrekend blad onder water krioelt het van de watervlooien, vlo-kreeftjes en larven.
Grond en geluid zijn tegengestelde begrippen; het is massa tegenover energie, vast tegenover ijl, statisch tegenover dynamisch. Het zijn dit soort ongelijksoortigheden die samen gevoegd tot de verbeelding spreken.
‘De 18e eeuwse natuurkundige Ernst Chladni strooide zand op een oppervlak dat hij daarna met een strijkstok in trilling bracht. Zodra het aangestreken oppervlak een ‘grondtoon’ liet horen sprong het zand op en organiseerde zich tot een geometrisch patroon. De onzichtbare grondtoon werd in het zand zichtbaar.’
Op basis van deze observaties maakte Paul de Kort in samenwerking met H+N+S landschapsarchitecten een geluids-absorberend grondwerk bij Schiphol.
Op verschillende plaatsen rond Schiphol, maar vooral in het noorden van Hoofddorp, ervaren bewoners hinder van het geluid van vliegtuigen die tijdens de start met vol vermogen van de motoren snelheid maken op de startbaan. Dit laagfrequente geluid wordt ook ‘grondgeluid’ genoemd.
Uit berekeningen en veldmetingen is gebleken dat het grondgeluid sterk wordt greduceerd als er reeksen ribbels in het maaiveld worden aangelegd. Om de gewenste geluidsreductie te realiseren dient ook het gebied Buitenschot te worden voorzien van deze grondribbels. Dit lijkt in conflict met de functie van Buitenschot als park, maar de gedachte aan een weefsel van ribbels als metafoor voor het verstrooien en uitdoven van het grondgeluid blijkt onvermoede kansen te bieden voor een spannend parklandschap waarin je kunt dwalen en beschutte plekken kunt opzoeken. Er ontstaan zichtlijnen, kleinere en grotere ‘kamers’ die uitnodigen tot sport en spel, recreatie, hondenuitlaat of zelfs manifestaties.
uit: http://www.pauldekort.nl/
Zoals zenuwcellen of neuronen in onze hersenen signalen ontvangen en doorgeven met electriciteit zo gebeurt dat onder de grond ook. Er is een uitwisseling tussen schimmels en plantenwortels. Schimmels vangen elektrische signalen op van plantenwortels op zodat ze snel die kant op kunnen groeien en wel op de korte route. De schimmels profiteren van de suikers en de aminozuren van de plant en de plant krijgt mineralen van de schimmels.
Gister hoorde ik van een medewerker van Artis dat in Engeland kampioenschappen ‘wormlokken’ worden gehouden. De wormen moeten dan op een speciale manier uit de grond worden gelokt, door bijvoorbeeld op de aarde te kloppen of te trillen, of een stok in de grond te steken en daarop zachtjes te slaan. Allemaal methodes die men in de loop der tijden heeft afgekeken van dieren, zoals mollen, die de wormen op een bepaalde manier naar de oppervlakte joegen. Er zijn ook wormvangers die op het hen toegewezen stukje grond, van zo’n 2 a 3 vierkante meter, gaan tapdansen of mediteren om maar zoveel mogelijk wormen naar de oppervlakte te lokken. De wormen moeten binnen een bepaalde tijd worden gevangen, waarna een jury het aantal wormen telt . De kampioenschappen worden elk jaar sinds 1980 Willaston gehouden en kampioen ‘wormlokker’ is de teener Tom Shufflebotham die 511 wormen verzamelde in 30 minuten. (Uit: waarmaarraar.nl)
Humus is de thuisbasis van de organismen die de mineralen voor onze planten leveren. De mineralen komen zo in ons voedsel. Goed bodemleven maakt dat er minder plantenziekten ontstaan en dat je minder chemicaliën nodig hebt voor grotere oogsten. (foto: springstaartjes, ongeveer 2 mm groot)
Ontmoetingen met wetenschappers (bodemonderzoekers, aqua ecologen e.a.) en hun bevindingen worden inzichtelijk gemaakt in een programma van lezingen, workshops, wandelingen, dit blog en uiteindelijk een kaart.
Humus neemt water en CO2 op en levert nutrienten. In parken krijgt dit proces de kans, in de landbouw minder.
Toch wordt ook in de industriële landbouw langzamerhand het belang van humus gezien; het idee begint door te dringen dat steeds ploegen tot een soort woestijnvorming leidt. Er is steeds meer kunstmest nodig. Met ploegen verwijder je continue de toplaag. Er wordt gestudeerd op een alternatieve manieren van ploegen zodat er een humuslaag kan ontstaan, vertelt onderzoeker duurzame voedselsystemen ir. Wijnand Sukkel.
Door drijfmest in de grond te spuiten krijg je een verrottingsproces, waardoor de wormen de grond uitvluchten. Daar gaan ze dood door blootstelling aan de zon. De organismen die niet kunnen vluchten sterven ook.
http://youtu.be/gJZPdRs081Q
Rein de Waal wijst op die kleine witte korreltjes in de aarde: moder. Je kan ze op de foto goed zien. Deze humusaggregaatjes ontstaan door vertering, het zijn de excrementen van de springstaarten en mijten. Ze zijn ellipsvormig, ze geven de nutriënten langzaam af.
Je hoeft maar een steek de grond in te doen om de regenwormen te vinden. Grote ploegers. Wormen verzetten tonnen grond per ha.
http://youtu.be/_I_i9yDGVIM
Aarde met humus is een goede opslag- en filter-plaats voor water. Iedere procent toename van organische stof in de bodem helpt om vijfhonderd-duizend liter water per ha vast te houden (20,000 gallons more water per acre), volgens Claire O’Connor, landbouwspecialist aan de Natural Resources Defense Council.
http://switchboard.nrdc.org/blogs/coconnor/celebrating_the_international.html
‘De bodem laat de tijd zien’ zegt Rein de Waal. Cultuurinvloeden, landbouwdekken en de overstromingslagen. In samenwerking met een pollendeskundige kan je zien hoe oud de lagen zijn. Als je een park maakt zet je alles op z’n kop door een zandlaag op te brengen. In het Amstelpark en het Gijsbrecht van Aemstelpark is zo’n zandlaag aangebracht en hier en daar ook compost. De humuslaag in de parken is redelijk dik na al die tijd.
Het belang van het bodemleven blijkt ook uit het feit dat bij de omvorming van landbouwgrond naar natuur tegenwoordig de grond wordt getransplanteerd. Vroeger dachten ecologen dat afgraven van de (te fosfaat-rijke) grond voldoende was. Het hele voedselweb is dan weg. Maar met transplantatie van de bodem komen de schimmels, de bacteriën en de diertjes mee, essentieel voor de nieuwe vegetatie. Volgens Bezemer, onderzoeker bij het Nederlands instituut voor ecologie in Wageningen, keken ecologen vroeger alleen naar wat boven de grond gebeurd. Langzamerhand wordt duidelijk dat het juist onder de grond gebeurt. (Volkskrant 12 maart ’15)
2015 is door de UN uitgeroepen tot het jaar van de bodem. Om bewustwording te bereiken over het belang van de bodem en het natuurlijk kapitaal.
Van de site van rijkswaterstaat:
De bodem staat onder druk en vormt daarmee een bedreiging voor de voedselvoorziening, drinkwaterbeschikbaarheid, beschikbaarheid van grondstoffen, maar ook voor adaptatie aan klimaatverandering. Bodemzekerheid is een voorwaarde voor mondiale veiligheid.
Een nieuw antibioticum is ontdekt bij bacteriën die van nature in modder voorkomen. Je kunt ze alleen niet makkelijk uit de bodem halen. Ze laten zich ook niet kweken. Nu is er een apparaatje ontwikkeld aan de Amerikaanse Northeast University die de bacteriën kan isoleren met een half doorlatend membraam. Het wordt omschreven als de ontdekking van een nieuw sterrenstelsel. Zo vonden ze een onbekende microbe die in staat is om de tuberculosebacil en de multiresistente MRSA te verslaan. Er moet wel nog jaren onderzoek gedaan worden. Bron: Volkskrant 12 januari 2015
In dit ondergrondse samenlevingssysteem wordt via elektrische stroompjes informatie uitgewisseld tussen de plantenwortels en de bacteriën en schimmels, net als in onze hersens. Er is al een lampje ontwikkeld dat s’nachts brandt op de elektronen uit de bodem.
Uit: http://www.wageningenur.nl/nl/show/Planten-maken-stroom.htm
Planten zetten met behulp van zonlicht CO2 om in organische verbindingen (fotosynthese). De ontstane verbindingen gebruikt de plant gedeeltelijk om zelf te groeien, het restant wordt uitgescheiden via de wortels. Micro-organismen die van nature voorkomen rond de wortels van planten, breken deze organische verbindingen in de grond af. Bij dit proces komen elektronen vrij. Deze elektronen kunnen worden opgevangen door een elektrode en zo gebruikt worden voor de productie van elektriciteit.
Het mooie van het systeem is dat de humuslaag water en CO2 opneemt. In de grond zorgt het bodemleven er voor dat organische stoffen omgezet wordt in mineralen en zo de voeding voor planten verzorgt die ons dan weer van zuurstof voorzien. Ook zware metalen kunnen zo afgebroken worden.
Behalve de diertjes en de bacteriën zijn de schimmels in de bodem essentieel. De schimmels leveren voedingstoffen aan de bomen, ze breken de ‘voorraadkast’, zetten organische stoffen om in andere verbindingen: forfor, fosfaat, stikstof. Het maakt zo voedsel beschikbaar voor de planten. Bomen en planten leveren de schimmels suiker.
Dit systeem, vertelt Rein de Waal me, heet mycorrhiza; een mutualistische symbiose van schimmels en plantenwortels.
Darwin schreef zijn laatste boek in 1881 Vegetable mould over het ontstaan van humus onder invloed van regenwormen. Hierin ‘viert’ hij de enorme werkkracht van wormen. De ploeg is een goede uitvinding, aldus Darwin, maar al lang voordat die bestond werd het land geploegd en bemest door wormen. Het mag betwijfeld worden of er veel andere dieren zo’n belangrijke rol gespeeld hebben in de geschiedenis van de aarde. https://www.youtube.com/watch?gl=NL&hl=nl&v=V-ceHOFipW8
Per m3 grond zitten er, behalve schimmels, wel: 500 diertjes (duizendpoten, regenwormen, pissebedden, honderdpoten, potwormen; the big five genoemd), springstaartjes, mijten, larven, algen en honderdduizenden bacteriën. De grond is niet los te zien van de diertjes. Een microscopische safari. Wormen zijn belangrijk in dit proces, zij verzetten tonnen grond per ha. Een hectare grondbevat15 ton organismen met het equivalent in gewicht van 20 koeien Dat is 1,5 kilo ‘leven’ per vierkante meter. Uit: http://globalsoilweek.org/soilatlas-2015
Rein de Waal vertelt met een hand vol: humus is de laag dat afval is van blad mèt bacterien, schimmels en diertjes. Het is een systeem dat erop gericht is oud te worden, de factor tijd is van belang. Het is een kleine wereld met een heel groot proces.
4/3/15 Onttrokken aan onze blik
In de bodem gebeurt iets essentieels, onttrokken aan onze ogen. Bacteriën, schimmels en wormen zetten afgevallen blad en takjes om in voedingsstoffen voor de planten. Dat fascinerende verborgen leven exploreer ik met de bodemdeskundige Rein de Waal van de Wageningen Universiteit. Humus is het opslagsysteem van belangrijke substanties; water, mineralen en koolstof. Het is belangrijk voor de gezondheid van planten, die CO2 opnemen en ons weer zuurstof geven.